CAO voor het Uitgeverijbedrijf

Reorganisatie

Artikel 9.1 Toepassingsgebied: Reorganisatie

Reorganisatie

1.

Een reorganisatie is iedere wijziging in de organisatie- en/of productiestructuur van de onderneming, waarbij onmiddellijk of binnen afzienbare tijd te verwachten is dat de werksituatie of rechtspositie van werknemers binnen de onderneming sterk zullen wijzigen dan wel arbeidsplaatsen komen te vervallen. Hierbij kan onder andere worden gedacht aan:

  • fusie of verkoop (overdracht eigendomsrechten);
  • opheffen/liquidatie van een zelfstandige uitgave/blad;
  • samenwerking met een andere uitgever/onderneming;
  • bedrijfsverhuizing naar een andere vestigingsplaats.
2.

In de volgende cao-artikelen zijn in het geval van reorganisaties specifieke (aanvullende) afspraken gemaakt:

  • Artikel 10.9
  • Artikel 13.12
  • Artikel 14.7
  • Artikel 16.13
3.

Werkgever informeert op grond van artikel 25 WOR bij een voorgenomen besluit tot reorganisatie gelijktijdig de ondernemingsraad (decentraal overleg) en de vakorganisatie(s). Wanneer het voorgenomen besluit betrekking heeft op journalisten informeert de werkgever de NVJ.

Artikel 9.2 Sociaal Plan

Sociaal Plan

1.

Een sociaal plan is een regeling waarin mogelijke economische, sociale en/of juridische gevolgen voor het wijzigen of vervallen van arbeidsplaatsen als gevolg van een reorganisatie/structuurwijziging worden verlicht.

Wanneer de werkgever kiest voor een sociaal plan dan treedt hij in overleg met de vakorganisaties.

Afwijken van de wet in geval van een sociaal plan met cao-status

2.

Wanneer een sociaal plan als cao wordt aangemeld kunnen daarin van de wet afwijkende afspraken worden gemaakt. Deze afspraken kunnen onder meer zijn:

  1. afspiegelingsbeginsel (tot maximaal 10% van de werknemers waarbij artikel 9.3 dan niet van toepassing is);
  2. hoogte (transitie)vergoeding;
  3. scholing;
  4. outplacement;
  5. opzegtermijnen;
  6. suppletie op uitkeringen.

Garantiefonds Werk-naar-werk

3.

Werknemer kan een beroep doen op het Garantiefonds Werk naar werk wanneer:

  1. de (voormalige) werkgever afspraken heeft gemaakt over begeleiding van Werk naar werk, en;
  2. de werkgever door een faillissement de begeleiding van Werk naar werk niet langer kan financieren, en;
  3. werknemer voldoet aan de (rand)voorwaarden die zijn vastgesteld door het Bedrijfstakbureau voor het Uitgeverijbedrijf (BU), en;
  4. werknemer in dienst is/was bij de werkgever die tot het faillissement lid was van de Werkgeversvereniging Uitgeverijbedrijf (WU).

Artikel 9.3 Afwijken van het afspiegelingsbeginsel

Afwijking

1.

De werkgever kan met vakorganisaties afspreken dat voor 10% van de werknemers onder de voorwaarden zoals genoemd in de ministeriƫle ontslagregeling afgeweken kan worden van het afspiegelingsbeginsel.

Ontslagcommissie

2.

Op grond van artikel 7:669 lid 6 BW kan van het afspiegelingsbeginsel worden afgeweken, op voorwaarde dat er op ondernemingsniveau een onafhankelijke ontslagcommissie wordt ingesteld met in achtneming van het bepaalde in artikel 7: 671a lid 2 BW. Deze commissie toetst de voorgenomen ontslagen in plaats van het UWV.