CAO voor het Uitgeverijbedrijf

Journalistiek algemeen

Artikel 10.1 Toepassingsgebied: journalistieke functies

Dit hoofdstuk is van toepassing op de werknemer die als hoofdberoep journalistieke werkzaamheden verricht.

Artikel 10.2 Redactiestatuut

Redactiestatuut

1.

De uitgever is verplicht voor elke uitgegeven titel of groep van titels met een zelfstandige redactie, na bereikte overeenstemming met hoofdredactie en redactievertegenwoordigers, een redactiestatuut vast te stellen. Een titel is een (digitale) uitgave in welke vorm dan ook zoals een dagblad, opinieweekblad, publiektijdschrift of vaktijdschrift. Een redactiestatuut regelt de positie van de hoofdredactie en redactie. De minimum voorwaarden staan vermeld in cao Bijlage 6. Voor eventuele aanpassingen van het redactiestatuut dient overeenstemming met de hoofdredactie en redactievertegenwoordigers te worden bereikt. Bij het ontbreken van een redactiestatuut is de minimumregeling Model-redactiestatuut van de cao Bijlage 6 van toepassing.

De uitgever, hoofdredactie en redactievertegenwoordiging kunnen ruimere bevoegdheden overeenkomen dan in het Model-redactiestatuut is opgenomen en behouden eerder overeengekomen ruimere bevoegdheden tenzij andere afspraken worden gemaakt.

Onderdeel van de arbeidsovereenkomst

2.

Het redactiestatuut maakt onderdeel uit van de individuele arbeidsovereenkomst van de werknemer (journalist).

Artikel 10.3 Werkverdeling en gezagsverhouding

Geregeld overleg

1.

De uitgever en hoofdredactie voeren regelmatig overleg over:

  1. redactionele aangelegenheden;
  2. titel en/of het merk van de uitgave of aanverwante zaken.

Journalistieke taken, andere taken

2.

De werknemer (journalist) kan uitsluitend worden belast met journalistieke taken, tenzij een andere taak ten behoeve van de titel(s) waarvoor hij werkzaam is schriftelijk is overeengekomen.

Andere journalistieke taken

3.

De werknemer (journalist) is verplicht op aanwijzingen van de hoofdredactie journalistieke taken te verrichten op andere terreinen dan waarvoor hij is aangesteld bij de arbeidsovereenkomst.

Artikel 10.4 Medewerking aan andere publiciteitsorganen; arbeid voor derden

Nevenwerkzaamheden

1.

De werknemer (journalist) vraagt bij zijn voornemen tot het verrichten van nevenwerkzaamheden toestemming aan de directie, uitgever en hoofdredactie. Toestemming kan slechts worden geweigerd wanneer dit op grond van een objectieve reden kan worden gerechtvaardigd.

NB: Wet implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden

Artikel 10.5 Concurrentiebeding

De werkgever mag de werknemer (journalist) na het beëindigen van zijn dienstverband geen beperkingen opleggen in de uitoefening van zijn beroep als journalist.

Artikel 10.6 Redactiecommissie

Omvang van de redactiecommissie

1.

De redactiecommissie wordt door de hoofdredactie op verzoek van ten minste zes journalisten van de redactie(commissie) ingesteld en verkozen door en uit de betreffende redactie(s).

Aantal journalisten in dienst werkgever Aantal leden redactiecommissie, tevens lid van de NVJ

Minder dan 50

Maximaal 3

50 tot en met 99

Maximaal 5

100 tot en met 149

Maximaal 7

150 of meer

Maximaal 9

Taak van de redactiecommissie

2.

De redactiecommissie heeft de volgende taken:

  1. toezicht op naleving cao;
  2. toezicht op werkomstandigheid van journalisten.

De redactiecommissie bespreekt ten minste tweemaal per jaar, of indien één van de partijen daarom verzoekt, deze taken met de hoofdredactie.

Verhouding tot de WOR

3.

De verplichtingen uit de Wet op de Ondernemingsraden zijn, in plaats van de bepalingen in dit artikel, van toepassing wanneer de regelingen over werkomstandigheden van journalisten ook betrekking hebben op andere werknemers (journalisten en/of niet-journalisten).

Eventueel bevoegdheden overdragen aan de redactieraad

4.

De plenaire redactievergadering kan bij het ontbreken van een redactiecommissie samen met de directie of hoofdredactie besluiten de bevoegdheden van de redactiecommissie toe te kennen aan de redactieraad. Wanneer er wel een redactiecommissie is, kan een overdracht van bevoegdheden alleen plaatsvinden op initiatief van de redactiecommissie zelf.

Vergaderingen

5.

De werknemer (journalist) die lid is van de redactiecommissie houdt de commissievergaderingen in werktijd met behoud van salaris.

Artikel 10.7 Verlof/scholing

Betaald verlof voor aan het werk in de redactieraad en/of de redactiecommissie gerelateerde opleiding

1.

De werknemer (journalist) die deel uitmaakt van de redactieraad en/of redactiecommissie heeft recht op betaald verlof voor het volgen van een aan het werk in de redactieraad en/of de redactiecommissie gerelateerde opleiding. De kosten voor de opleiding worden door werkgever vergoed.

Artikel 10.8 Ander gebruik

Toestemming

1.

De directie/hoofdredactie vraagt bij het voornemen tot het publiceren van het in dienstbetrekking gemaakt werk van werknemer (journalist) in een ander publiciteitsorgaan zijn toestemming. Toestemming kan slechts worden geweigerd om redenen van principiële aard, het journalistieke karakter dan wel de aard of richting van de andere uitgaven.

Artikel 10.9 Reorganisatie

Reorganisatie

1.

Een reorganisatie is iedere wijziging in de organisatie- en/of productiestructuur van de onderneming, waarbij onmiddellijk of binnen afzienbare tijd te verwachten is dat de werksituatie of rechtspositie van werknemers binnen de onderneming sterk zullen wijzigen dan wel arbeidsplaatsen komen te vervallen. Hierbij kan onder andere worden gedacht aan:

  1. fusie of verkoop (overdracht eigendomsrechten);
  2. opheffen/liquidatie van een zelfstandige uitgave/blad;
  3. samenwerking met een andere uitgever/onderneming;
  4. bedrijfsverhuizing naar een andere vestigingsplaats.

Werkgever informeert in een zo vroeg mogelijk stadium een voorgenomen besluit tot reorganisatie op grond van artikel 25 WOR gelijktijdig de ondernemingsraad (decentraal overleg) en de vakorganisatie(s). Wanneer het voorgenomen besluit betrekking heeft op journalisten informeert de werkgever de NVJ.

De NVJ wordt ruimschoots in staat gesteld de voorgenomen reorganisatie zorgvuldig te beoordelen zodat de werkgever op basis van het NVJ-advies de modaliteiten kan bepalen. De uitgever betrekt en raadpleegt de NVJ bij de uitwerking van de plannen en maatregelen die betrekking hebben op de ideële en materiële positie van journalisten.

De NVJ is verplicht strikte geheimhouding in acht te nemen tot het tijdstip dat uitgever de reorganisatie openbaar maakt.

Mededeling aan de werkgeversorganisatie, NVJ en redactiecommissie

2.

Bereikte overeenstemming naar aanleiding van het overleg over de reorganisatie wordt medegedeeld aan de besturen van de werkgeversorganisatie en de NVJ. De redactiecommissie respectievelijk redactievertegenwoordiger worden geraadpleegd over de uitwerking en uitvoering van de afspraken voor zover het onmiddellijk of op den duur van invloed is of betrekking heeft op de redactie.

Wijziging samenstelling redactie

3.

Na een besluit tot structuurwijziging kan de samenstelling van de redactie slechts worden gewijzigd na overleg met de hoofdredactie en de NVJ. Bij het invullen van ontstane vacatures wordt rekening gehouden met de structuurwijziging.

Gewetensbezwaren

4.

De journalist kan na een structuurwijziging een schriftelijk gemotiveerd verzoek indienen via de hoofddirectie bij de uitgever/verkrijger om te worden ontheven van nieuwe opgedragen werkzaamheden wanneer dat om principiële redenen, verband houdende met zijn levensbeschouwelijke of politieke beginselen, in redelijkheid niet van hem kan worden gevergd.

De journalist is na het indienen van het verzoek alleen ontheven van de betreffende werkzaamheden waartegen zijn bezwaar is gericht. Wanneer de werkgever kiest voor ontslag dan moet het bepaalde in lid 6 in acht worden genomen.

Zodra de uitgever/verkrijger het bezwaar afwijst en de journalist het bezwaar handhaaft, zal de Raad van Uitvoering op verzoek van één of beide partijen over de gegrondheid van het bezwaar een beslissing nemen. Totdat deze beslissing is genomen worden aan de betrokken journalist alleen die journalistieke werkzaamheden opgedragen, waarvan de uitvoering, gelet op de door hem aangevoerde principiële bezwaren, in redelijkheid van hem kan worden gevergd.

Bevordering naleving cao in geval van overgang van onderneming

5.

De uitgever is gehouden om in de overeenkomst tot overdracht van de onderneming of uitgave, voor zover rechtens mogelijk, te bevorderen dat de cao voor het Uitgeverijbedrijf door de verkrijger ongewijzigd wordt toegepast op de journalisten die werkzaam blijven voor de onderneming of uitgave.

Ontslag ten gevolge van reorganisatie

6.

De uitgever (verkoper of verkrijger) dient bij beëindiging van de dienstbetrekking van de journalist op grond van een reorganisatie, onverminderd de bepalingen in deze cao, een opzegtermijn te hanteren van minimaal twee maanden.