Artikel 6.1 Het persoonlijk keuzebudget (PKB)
PKB
De werknemer heeft een PKB.
Het PKB is een jaarlijks bruto bedrag dat de werknemer in een kalenderjaar maandelijks in 12 gelijke termijnen opbouwt.
NB: artikel 1.4
Waarde van het PKB
Het PKB heeft na een volledige opbouw een minimale waarde van 12% van het jaarsalaris van werknemer.
NB: artikel 1.4
Gedurende het kalenderjaar beschikking over het gespaarde bedrag
De werknemer kan de waarde in het PKB laten uitbetalen of besteden aan bepaalde kosten.
NB: artikel 6.3
Uitkering aan het einde van het jaar
De resterende waarde van het PKB wordt aan het einde van het kalenderjaar uitgekeerd aan de werknemer.
NB: artikel 6.5
Artikel 6.2 Opbouw van het PKB
Standaard onderdelen | Cao-artikel | Waarde |
---|---|---|
Vakantietoeslag |
4.11 lid 2 |
8% van het bruto jaarsalaris |
Vier bovenwettelijke vakantiedagen |
5.4 lid2 |
1,6% van het bruto jaarsalaris |
Verlof bijzondere situaties naar algemeen gebruik of op grond van de wet |
5.4 lid 3 |
0,4% van het bruto jaarsalaris |
Bijdrage van werkgever |
nvt |
2% van het bruto jaarsalaris |
Indien daartoe in decentraal overleg is besloten:
Standaard onderdelen | Cao-artikel | Waarde |
---|---|---|
Drie extra vakantie-/ compensatiedagen voor overuren |
5.4 lid 3 |
1,2% van het bruto jaarsalaris geheel of gedeeltelijk naar PKB |
Andere opbouw van het PKB
Werkgever en vakorganisaties kunnen een andere opbouw van het PKB vaststellen. Deze partijen kunnen afspreken het overleg over te laten aan het decentraal overleg.
Aanvulling van het PKB met andere onderdelen
Werkgever en het decentraal overleg kunnen vaststellen of het PKB wordt aangevuld met eenmalige of jaarlijks terugkerende onderdelen.
Artikel 6.3 Aanwending van het PKB
Arbeidsvoorwaarden | Resultaat | |
---|---|---|
Uitkering in maanden naar keuze |
Het PKB wordt opgespaard om binnen het kalenderjaar in 1 of meer maanden naar keuze te laten uitbetalen |
|
Aankoop extra verlofuren |
Het recht om maximaal 3 weken verlof, op basis van de individuele arbeidsduur, bij te kopen. NB: artikel 5.4 lid 11 |
|
Extra pensioenstorting |
Een extra pensioenstorting heeft als resultaat een extra pensioen aanspraak voor zover de pensioenregeling van de werknemer daar voldoende ruimte voor biedt. |
|
Kosten scholing en opleiding |
Financiering van opleiding/scholing vanuit PKB mogelijk |
|
Financiering van door cao-partijen aangeboden (collectieve) verzekeringen en producten |
||
Betaling/afdracht vakbondscontributie |
Werkgever en het decentraal overleg kunnen ten behoeve van werknemers die lid zijn van de vakorganisatie afspraken maken over de betaling/afdracht van vakbondscontributie via het PKB. |
Extra keuzemogelijkheden bieden op ondernemingsniveau
Werkgever en het decentraal overleg kunnen vaststellen of de arbeidsvoorwaarden in lid 1 worden aangevuld.
Artikel 6.4 Aanvullende financiering van keuzes uit het salaris
De werknemer mag de aankoop van aanvullende arbeidsvoorwaarden als bedoelt in artikel 6.3 lid 1 via het salaris betalen wanneer de waarde van het PKB daarvoor onvoldoende is.
Artikel 6.5 Consequenties voor sociale verzekeringen en pensioen
Consequenties van uitbetaling PKB voor sociale verzekeringen en toeslagen
De werkgever houdt loonheffing en sociale premies in op het deel van het PKB dat aan werknemer wordt uitgekeerd.
Het PKB is inkomen dat invloed kan hebben op uitkeringen van werknemersverzekeringen, toeslagen uit Wet op de Inkomstenbelasting en/of subsidieregelingen.
Behoudens vakantietoeslag zijn de onderdelen van het PKB in de regel niet pensioengevend
Vakantietoeslag maakt onderdeel uit van het pensioengevend salaris. Overige onderdelen van het PKB dragen niet bij aan de pensioenopbouw tenzij in de pensioenregeling of in decentraal overleg andere afspraken zijn gemaakt.