Opvang en nazorg
Nadat melding gemaakt is van een situatie van ongewenst gedrag is opvang en nazorg een kwestie van maatwerk. Allereerst zullen situaties altijd verschillen. Voor de ene medewerker kan het heel ingrijpend zijn om erover te praten, maar in het andere geval kan de medewerker na een goed gesprek het liefst weer ‘gewoon aan het werk’ willen. Het is belangrijk contact te houden, te observeren hoe het gaat maar vooral ook de persoon zelf aan te laten geven als meer nazorg (bijv. coaching) nodig is. De leidinggevende of vertrouwenspersoon kan deze rol op zich nemen.
In een goede procedure staat onder meer
- hoe opvang en nazorg (incl. registratie) geregeld is;
- welke praktische ondersteuning medewerkers krijgen, bijvoorbeeld coaching.
Behalve met de melder is ook een gesprek nodig met de veroorzaker. De leidinggevende of het management zijn hiervoor de eerst aangewezene. Ook kan evt. een rol weggelegd zijn voor de vertrouwenspersoon. Afhankelijk van de situatie kan een gesprek tussen alle betrokkenen (bijv. onder begeleiding van een mediator nodig zijn.
Medewerkers die zich schuldig maken aan ongewenst gedrag moeten rekening houden met sancties, waaronder, waarschuwing, schorsing of ontslag, afhankelijk van de ernst van het feit.