Werkdruk wetgeving
Psychosociale arbeidsbelasting bestaat uit factoren die tot stress kunnen leiden. Dit zijn werkdruk, pesten, (seksuele) intimidatie, discriminatie en agressie. Deze arbocatalogus richt zich op een deel van psychosociale arbeidsbelasting, namelijk werkdruk.
In de Arbowet staat dat de werkgever beleid moet voeren om psychosociale arbeidsbelasting te voorkomen, en als dat niet mogelijk is, te beperken. Beleid voeren komt er in de praktijk op neer dat je als bedrijf een beleidscyclus moet organiseren. Deze begint met een Risico-Inventarisatie en-Evaluatie (RI&E). Blijkt uit de RI&E dat er risico is op te hoge werkdruk? Voer dan een verdiepend onderzoek uit en ga na welke werkdrukoorzaken en energiebronnen op welke plekken een rol spelen. Bedenk vervolgens mogelijke oplossingen. Kies voor een efficiënt en evenwichtige set maatregelen, waarbij je de arbeidshygiënische strategie als uitgangspunt hanteert. Dit betekent dat je waar mogelijk kiest voor bronmaatregelen die de oorzaak aanpakken (dus te hoge werkdruk en stress voorkomen), vervolgens maatregelen waar zoveel mogelijk medewerkers baat bij kunnen hebben en tot slot persoonlijke maatregelen om individuele medewerkers zoveel mogelijk te beschermen. Neem de gekozen maatregelen op in het plan van aanpak.
Hou goed bij hoe de uitvoering van de maatregelen verloopt en evalueer welk effect ze hebben. Blijkt uit je volgende RI&E of uit de evaluatie van de maatregelen dat er (nog steeds) een risico op te hoge werkdruk is? Dan begint je cyclus weer van voor af aan.
Behalve het organiseren van een beleidscyclus is het volgens de Arbowet ook verplicht om medewerkers en leidinggevenden voorlichting en over werkdruk te geven. Zo leren medewerkers en leidinggevenden om werkdruk te herkennen en wat ze dan kunnen doen en welke maatregelen er binnen je bedrijf beschikbaar zijn.
Je kunt deze verplichte beleidscyclus voor werkdruk vormgeven met de oplossingen ‘voorlichting medewerkers en leidinggevenden’, ‘verdiepend onderzoek’, ‘in gesprek bij signalen van stress’ en ‘samen werkdruk en werkplezier aanpakken’. Deze oplossingen zijn voor werkdruk altijd relevant om aan je beleidscyclus (van RI&E tot en met plan van aanpak evalueren) toe te voegen.
De andere oplossingen zijn situatieafhankelijk: ze kunnen heel relevant zijn, en het is ook mogelijk dat ze voor jouw bedrijf op dit moment geen toegevoegde waarde hebben.
Door de vier hierboven genoemde oplossingen bij je werkdrukbeleid te benutten en zo nodig of indien relevant ook andere oplossingen uit deze catalogus in te zetten voldoe je aan de Arbowet artikel 3, lid 2 en Arbobesluit artikel 2.15, lid 1 en 2.
Voor meer informatie vanuit de overheid: