CAO voor het Uitgeverijbedrijf

Functiegroep Dagbladjournalisten

Artikel 13.1 Toepassingsgebied

Toepassingsgebied

1.

De artikelen in dit hoofdstuk zijn van toepassing op werknemers met een functie die behoort tot de functiegroep Dagbladjournalisten. In dit hoofdstuk kan werknemer ook worden aangeduid als journalist en werkgever ook worden aangeduid als directie, hoofdredacteur of leidinggevende. Deze artikelen gelden in aanvulling op of, waar dat is aangegeven, in afwijking van de basisbepalingen.

Uitsluiting van basisbepalingen

2.

Op werknemers van wie de functie is ingedeeld in het functiegebouw voor Dagbladjournalisten zijn de volgende artikelen in de cao niet van toepassing:

Artikel Omschrijving van het artikel

4.6 lid 3

Toekenning van individuele toeslag

4.8

Werktijdentoeslag;

4.9

Compensatie overuren voor werknemers met een voltijd dienstverband;

4.10

Compensatie van meeruren en overuren voor werknemers met een deeltijd dienstverband

5.1

Gebruikelijke dagelijkse werktijden

5.2

Flexibel werken

Artikel 13.2 Functiegebouw voor de functiegroep Dagbladjournalisten

Functie-indelingsinstrument DJ

1.

Het functiegebouw is een erkend functie-indelingsinstrument in de vorm van een functieniveaumatrix (Bakkenist-methode). In de matrix zijn functieniveaugroepen 3 tot en met 9 beschreven met bijbehorende referentiefuncties.

Nieuwe functies kunnen gemotiveerd worden gewaardeerd op functieniveaugroep 1 of 2.

Indeling referentiefuncties functiegroep Dagbladjournalisten
Functie
niveau
groep
Vormgever Redacteur Verslaggever Leidinggevende

1

2

3

Opmaakredacteur

4

Online Redacteur A

5

Fotoredacteur Infografiekenredacteur Vormgever

Online Redacteur B Verwerkend redacteur

6

Fotojournalist

Online Redacteur C Lezersredacteur

Redacteur Verslaggever Regio Verslaggever Onderzoeksjournalist A

Coördinator

7

Gespecialiseerd Redacteur Eindredacteur

Nieuws Verslaggever Onderzoeksjournalist B

Chef A

8

Art Director

Opiniërend Redacteur Correspondent Buitenland

‘Ster’-Verslaggever Onderzoeksjournalist C

Chef B

9

Chef C

Artikel 13.3 Leerling-journalisten en beginnende journalisten

Leerling-journalisten en beginnende journalisten

Type journalist Omschrijving Termijn indeling salarisschaal SalarisMaandsalarissen (bedragen in €)

Leerling

Journalisten met een HAVO/VWO-vooropleiding, zonder ervaring in bedrijfsleven en/of maatschappelijke organisaties, volgen praktijktraining en/of theoretische scholing en hebben het einddiploma van de erkende opleidingen voor de journalistiek (of master opleiding journalistiek) nog niet behaald.

maximaal 2 jaar

Per 1 januari 2024:

  • € 2.201,94*  eerste jaar
  • € 2.257,37*  tweede jaar

Per 1 januari 2025:

  • € 2.293,83 eerste jaar
  • € 2.372,43 tweede jaar

Beginnend

Journalisten met HBO-vooropleiding (Categorie A - HBO), eventueel met ervaring in het bedrijfsleven en/of maatschappelijke organisaties (Categorie A - Bedrijfsleden) en academici (afgeronde universitaire studie aan één der instellingen van hoger onderwijs) (Categorie B), die een einddiploma van de erkende opleidingen voor de journalistiek (of master opleiding journalistiek) of een vergelijkbaar werk- en denkniveau nog niet hebben behaald.

maximaal 1 jaar

Per 1 januari 2024:

  • € 2.740,56 Categorie A (HBO)
  • € 2.909,47 Categorie A (Bedrijfsleven) en Categorie B

Per 1 januari 2025:

  • € 2.862,87 Categorie A (HBO)
  • € 3.034,32 Categorie A (Bedrijfsleven) en Categorie B

Als het salaris in de salarisschalen lager is dan het wettelijk minimumloon, is het wettelijk minimumloon van toepassing.

* € 2.179,93 eerste jaar (per 1 januari 2024) wordt gecorrigeerd in € 2.201,94 wettelijk minimumloon (€ 13,27 per uur).

** Corrigeren naar wettelijk minimumloon van € 2.269,97 per maand (€ 13,68 per uur) vanaf 01-07-2024

** Het wettelijk minimumloon is als volgt berekend. € 13.27 * 7,6 uur * 262 werkbare dagen / 12 maanden (tot 01-07-2024)

** Het wettelijk minimumloon is als volgt berekend. € 13.68 * 7,6 uur * 262 werkbare dagen / 12 maanden (vanaf 01-07-2024)

Als het salaris in de salarisschalen lager is dan het wettelijk minimumloon, is het wettelijk minimumloon van toepassing. Aan de individuele werknemer wordt ten minste het minimumuurloon betaald dat geldt in het betreffende tijdvak over het gemiddeld aantal arbeidsuren van de betreffende maand, afgeleid van het totaal aantal arbeidsuren van de individuele werknemer in dat kalenderjaar.

Artikel 13.4 Salarisgebouw voor de functiegroep Dagbladjournalisten

Salarisschalen DJ

1a.

Het salarisgebouw bestaat uit salarisschalen 3 tot en met 9 en salarisschalen voor leerling-journalisten en beginnende journalisten. De salarisschalen 3 tot en met 9 komen overeen met de functieniveaugroepen 3 tot en met 9.

De vermelde bedragen zijn maandsalarissen in euro’s en gebaseerd op een normale arbeidsduur van gemiddeld 38 uur per week.

1b.

De salarissen en salarisschalen worden als volgt aangepast:

  • per 1 januari 2024: € 160,- en daarna 2,0% structureel
  • per 1 januari 2025: € 80,- en daarna 1,5% structureel

Normale arbeidsduur; sportjournalisten

2.

De normale arbeidsduur bedraagt voor:

  1. Journalisten: gemiddeld 38 uur per week.
  2. Sportjournalisten: gemiddeld 36 uur per week.
Maandsalarissen per 1 januari 2024 (bedragen in € )
Schaal Minimum Maximum Standaard stap

3

2.589,66

3.317,60

3%

4

2.815,21

3.743,43

3%

5

2.819,49

4.280,46

3%

6

3.257,78

4.973,19

3%

7

3.768,40

5.801,68

3%

8

4.813,24

6.673,26

3%

9

5.580,51

7.747,44

3%

* De standaardstap bedraagt 3% van het midden van de salarisschaal

Als het salaris in de salarisschalen lager is dan het wettelijk minimumloon, is het wettelijk minimumloon van toepassing.

Maandsalarissen per 1 januari 2025 (bedragen in € )
Schaal Minimum Maximum Standaard stap

3

2.709,70

3.448,56

3%

4

2.938,63

3.880,79

3%

5

2.942,98

4.425,87

3%

6

3.387,84

5.128,98

3%

7

3.906,12

5.969,90

3%

8

4.966,64

6.854,56

3%

9

5.745,42

7.944,85

3%

* De standaardstap bedraagt 3% van het midden van de salarisschaal

Als het salaris in de salarisschalen lager is dan het wettelijk minimumloon, is het wettelijk minimumloon van toepassing.

Artikel 13.5 Toeslag na wijziging functieniveau

Individuele toeslag bij teruggang in functie

1.

De werknemer ontvangt in afwijking van artikel 4.6 lid 3 bij de uitvoering van een nieuwe of nieuw gewaardeerde functie met een lager niveau een individuele toeslag om het salarisniveau te behouden en financieel nadeel te voorkomen.

Artikel 13.6 Salarisdoorbetaling bij ziekte

Voorwaardelijke aanvulling in het tweede ziektejaar

1.

De journalist ontvangt na de 52e week van arbeidsongeschiktheid een aanvulling op het salaris tot 85% onder de voorwaarde dat hij actief meewerkt aan zijn re-integratie. Voor de daadwerkelijk gewerkte uren wordt tijdens re-integratie tot 100% doorbetaald.

Artikel 13.7 Compensatieregeling voor arbeid op onaangename en/of onregelmatige arbeidstijden (Inconveniëntieregeling Dagbladjournalisten)

Vaststellen arbeidspatroon van inconvenienten werktijden

1.

De directie stelt jaarlijks en bij functiewijziging het arbeidspatroon van inconveniënte werktijden vast aan de hand van de tabel in lid 2. Vaststelling vindt plaats op voorstel van de hoofdredacteur en na overleg met de journalist.

Tabel

2.

Voor het vaststellen van het arbeidspatroon van inconveniënte werktijden wordt de volgende tabel gehanteerd.

A. Werktijden-onaangenaam
Maandag t/m vrijdag score

Kantoortijden 8:00 uur – 18:00 uur

0 punten

10% buiten kantoortijden

6 punten

20% buiten kantoortijden

12 punten

30% buiten kantoortijden

18 punten

40% buiten kantoortijden

24 punten

50% en meer buiten kantoortijden

30 punten

B. Werktijden-onregelmatigheid (= onvoorspelbaar, niet planbaar)

Geen onregelmatigheid

0 punten

Incidenteel

6 punten

Ten minste 4 keer per maand, gerekend over een periode van 1 jaar

14 punten

(Bijna) dagelijks

20 punten

C. Werktijden-weekeinden

Geen weekeinddienst

0 punten

1 dag per 4 weken

8 punten

2-3 dagen per 4 weken

16 punten

4-5 dagen per 4 weken

24 punten

6-7 dagen per 4 weken

32 punten

8 dagen per 4 weken

40 punten

D. Ambulantie en afwezigheid

Geen of geringe ambulantie en afwezigheid (< 20.000 km per jaar)

0 punten

Ruime ambulantie (> 20.000 km per jaar)

5 punten

Gedurende aaneengesloten periode meerdere dagen van huis

Niet van toepassing

0 punten

Enkele keren per jaar

2 punten

Regelmatig meerdere keren of enkele keren per jaar zeer lange periode (> 2 weken)

5 punten

E. Consignatie (wacht)diensten en bereikbaarheidsdiensten buiten kantoortijden (exclusief weekenden)

Geen

0 punten

Incidenteel

5 punten

Ten minste 4 keer per maand, gerekend over een periode van 1 jaar

10 punten

(Bijna) dagelijks

15 punten

Scores

3.

Journalisten ontvangen voor de volgende scores bijbehorende compensatie:

score Compensatie

21 tot en met 30 punten

3 vrije dagen zonder toeslag op het schaalsalaris

31 tot en met 40 punten

3 vrije dagen per jaar + 1% toeslag op het schaalsalaris

41 tot en met 60 punten

3 vrije dagen per jaar + 3% toeslag op het schaalsalaris

61 tot en met 80 punten

3 vrije dagen per jaar + 5% toeslag op het schaalsalaris

81 en meer punten

5 vrije dagen per jaar + 7% toeslag op het schaalsalaris

Afbouwregeling

4.

Journalisten hebben 3 jaar conform onderstaand schema recht op een geleidelijke afbouw van de extra vrije dagen en toeslag uit lid 3, wanneer:

  1. op verzoek van hoofdredacteur de functie wijzigt;
  2. door de functiewijziging de aanspraak op extra vrije dagen en toeslag geheel of grotendeels verdwijnt;
  3. functiewijziging niet leidt tot salarisverhoging;
  4. ten minste 5 jaar aanspraak is gemaakt op compensatie.

1e jaar na functiewijziging

100% van compensatie

2e jaar na functiewijziging

66,6% van compensatie

3e jaar na functiewijziging

33,3% van compensatie

4e jaar na functiewijziging

Geen recht meer op compensatie

Jaarlijks overzicht

5.

De redactiecommissie ontvangt elk jaar een overzicht van het arbeidspatroon van inconventiënte werktijden (scores) per journalist.

Diensten Bureauredacteur

6a.

Voor de afspraken in dit artikellid worden de volgende definities gebruikt:

  • nachtdienst: 50% of meer van diensttijd valt tussen 00.00 uur en 06.00 uur;
  • avonddienst: 50% of meer van diensttijd valt tussen 18.00 uur en 24.00 uur;
  • wisseldiensten: twee of meer diensten binnen 24 uur.
6b.

Op ondernemingsniveau wordt een vergoedingsregeling afgesproken voor nacht-, avond-, en/of wisseldiensten.

6c.

De journalist met de functie van bureauredacteur:

  • mag maximaal 7 nachtdiensten achter elkaar werken;
  • mag maximaal 36 nachtdiensten werken in een periode van 16 weken;
  • mag maximaal 140 nachtdiensten werken in een periode van 1 jaar;
  • mag bij het einde van de dienst na 00:00 uur en de start van de dienst vóór 06:00 uur maximaal 38 uur per 2 aaneengesloten weken werken in het tijdvenster: 00:00 – 06:00 uur;
  • kan tot het verrichten van nacht-, avond-, en/of wisseldiensten worden vrijgesteld wanneer de gezondheid van de bureauredacteur daarom vraagt;
  • dient bij nacht-, avond-, en/of wisseldiensten een aaneengesloten rusttijd te hebben van 11 uur. Rusttijd van 11 uur mag eens in de 7 dagen worden ingekort tot minimaal 8 uur;
  • dient een wekelijkse aaneengesloten rusttijd van 36 uur te hebben in een periode van 7 x 24 uur.
6d.

De journalist met de functie van bureauredacteur en ouder dan 55 jaar:

  • kan niet worden verplicht tot het verrichten van nacht-, avond-, en/of wisseldiensten;
  • kan telkens voor maximaal een jaar schriftelijk instemmen met het verrichten van nachtdiensten.

Artikel 13.8 Overmatige werktijd

Bij overmatige werktijd recht op compensatie in vrije tijd

1.

De journalist heeft bij overmatige werktijd in een tijdvak van vier weken recht op vervangende vrije tijd. De vervangende vrije tijd wordt in de daarop volgende periode van vier weken gegeven.

Vaststelling van de overmatige werktijd

2.

Er is sprake van overmatige werktijd wanneer de journalist in een tijdvak van vier weken meer werkt dan de normale arbeidsduur op basis van een voltijd dienstverband.

Regeling overmatige werktijd

3.

De directie stelt, na overleg met de hoofdredactie en na de redactiecommissie, c.q. de redactievertegenwoordiger te hebben gehoord, binnen de onderneming een regeling overmatige werktijd vast.

Artikel 13.9 Overwerkregeling voor de functieniveaugroepen 3, 4 en 5

Overwerkregeling functieniveaugroepen 3, 4 en 5

1.

Journalisten die zijn ingedeeld in de functieniveaugroepen 3, 4 en 5 verrichten overwerk wanneer structureel ten minste 11 dagdelen per vijfdaagse werkweek wordt gewerkt.

NB: een vijfdaagse werkweek heeft 10 dagdelen.

Vaststelling overwerk forfaitair per halfjaar

2.

Op voordracht van de hoofdredacteur en na overleg met de journalist toetst de directie tweemaal per jaar en tussentijds bij functiewijziging of de betreffende journalist overwerk verricht. De directie stelt tweemaal per jaar voorafgaand aan een halfjaarlijkse periode het overwerk bij wijze van forfait vast.

3.

Journalisten die in deeltijd werken en structureel overwerk met een vooraf vastgestelde omvang (forfait) verrichten ontvangen een arbeidsovereenkomst met een overeenkomstig langere individuele arbeidsduur.

Overwerkvergoeding in geld of tijd

4.

Journalisten hebben bij overwerk recht op de volgende vergoedingen:

Functieniveaugroep % toeslag op schaalsalaris

3

10%

4

7,5%

5

5%

5.

Journalisten kunnen in plaats van een overwerkvergoeding in geld voor een halfjaarlijkse periode vooraf kiezen voor compensatie in tijd (tijd voor tijd, per periode van vier weken). Tussentijdse wijziging in de halfjaarlijkse periode is niet mogelijk.

Artikel 13.10 Beoordelingssystematiek voor de functiegroep Dagbladjournalisten

Standaardregeling als basis

1.

De journalist ontvangt jaarlijks een standaard salarisverhoging van 1 stap totdat het maximum van zijn salarisschaal is bereikt, tenzij de directie met OR/redactiecommissie een beoordelingssysteem, inclusief bezwaar- en beroepsprocedure, is overeengekomen.

Afwijkende regeling mogelijk mits aan voorwaarden wordt voldaan

2.

Een schriftelijk beoordelingssysteem kan in overleg tussen directie en journalist en na instemming in het decentraal overleg worden ingevoerd.

Een schriftelijk beoordelingssysteem monitort de ontwikkeling van vaardigheden, houding en resultaten van de journalist. De totaalbeoordeling bepaalt de salarisontwikkeling van de journalist totdat het maximum van zijn salarisschaal is bereikt.

In een jaarlijks beoordelingsgesprek wordt:

  1. de functieomschrijving geëvalueerd eventueel geactualiseerd en zo nodig de indeling in de salarisschalen gewijzigd;
  2. één van de vijf beoordelingsniveaus gekozen, gemotiveerd en besproken;
  3. vastgesteld welke salarisstijging aan de orde is (lid 3);
  4. de mogelijkheden van promotie besproken.

Voor de totaalbeoordeling zijn vijf verschillende niveaus gedefinieerd.

Niveaus Definities

A. Excellent

De medewerk(st)er overtreft in ruime mate de afspraken die in het begin van het jaar zijn vastgesteld.

B. Zeer Goed

De medewerk(st)er overtreft de afspraken die in het begin van het jaar zijn vastgesteld.

C. Goed

De medewerk(st)er heeft de afspraken die in het begin van het jaar zijn vastgesteld behaald.

D. Matig

De medewerk(st)er heeft de afspraken die in het begin van het jaar zijn vastgesteld niet helemaal behaald.

E. Onvoldoende

De medewerk(st)er heeft de afspraken die in het begin van het jaar zijn vastgesteld niet behaald.

Koppeling beoordeling aan salariëring

3.

Journalisten die het maximum van hun salarisschaal nog niet hebben bereikt, ontvangen wel of niet een salarisverhoging op basis van de volgende beoordelingsniveaus:

Niveaus Salarisverhoging voor medewerkers die hun schaalmaximum nog niet hebben bereikt

A. Excellent

2 stappen

B. Zeer Goed

1,5 stap

C. Goed

1 stap

D. Matig

0,5 stap

E. Onvoldoende

Geen stap

Wel een beoordelingssysteem maar niet toegepast

4.

Zolang een beoordelingsgesprek niet plaatsvindt ontvangt de journalist jaarlijks een standaard salarisverhoging van 1 stap totdat het maximum van zijn salarisschaal is bereikt.

Journalisten die het maximum van hun salarisschaal hebben bereikt bespreken jaarlijks met de directie (leidinggevenden):

  1. de evaluatie van hun functieomschrijving, eventueel een actualisatie en zo nodig een wijziging van de indeling in de salarisschalen;
  2. de mogelijkheden van promotie.

Artikel 13.11 Extra vrije tijd voor de functiegroep Dagbladjournalisten

Extra vakantiedag

1.

De journalist die is aangesteld als dagbladjournalist met een voltijd dienstverband maakt in aanvulling op artikel 5.4 lid 1 aanspraak op 1 extra dag bovenwettelijk verlof.

Leeftijdsdagen

2.

De journalist maakt ter aanvulling op de wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen in deze cao aanspraak op de volgende bovenwettelijke vakantiedagen (leeftijdsdagen). Parttime naar rato.

Leeftijd Aantal extra verlof dagen met behoud van salaris

Vanaf 50 jaar

3 extra vakantiedagen met behoud van salaris per kalenderjaar

Vanaf 55 jaar

4 extra vakantiedagen met behoud van salaris per kalenderjaar

Vanaf 60 jaar

6 extra vakantiedagen met behoud van salaris per kalenderjaar

De leeftijdsdagen worden niet in geldwaarde toegevoegd aan het persoonlijk keuzebudget maar geven aanspraak op bovenwettelijke vakantiedagen.

Artikel 13.12 Doeldagen

Doeldagen: jaarlijks opnemen of in waarde uitkeren

1.

De journalist maakt ter aanvulling op de wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen in deze cao jaarlijks aanspraak op 2 bovenwettelijke vakantiedagen (doeldagen). Parttime naar rato. De journalist kan deze dagen gebruiken voor o.a. onderwijs, mantelzorg, kinderopvang of extra vakantie.

Doeldagen die niet zijn opgenomen worden uitbetaald aan het einde van het kalenderjaar. De waarde van 1 doeldag is 0,4% van het salaris.

Persoonlijk budget (geen PKB)

2.

De doeldagen kunnen onverminderd het bepaalde in artikel 6.2 lid 3 van de cao, op verzoek van de journalist worden omgezet in een persoonlijk budget (niet zijnde het persoonlijk keuzebudget).

In geval van scholing ophoging van het persoonlijk budget

3.

De journalist die alle doeldagen gebruikt voor scholing/opleiding ontvangt van de directie € 100,- voor zijn persoonlijk budget. Dit in verband met het wegvallen van werkgeverslasten die bij besteding van het budget aan scholing/opleiding niet vereist zijn.

Langere periode van besteding dan een jaar

4.

De journalist kan met zijn leidinggevende schriftelijke afspraken maken over het gebruik van doeldagen over een langere periode dan een kalenderjaar.

Artikel 13.13 Ontslag ten gevolge van reorganisatie

Duur en hoogte van de aanvulling

1.

De journalist die als gevolg van een reorganisatie wordt ontslagen ontvangt over de eerste 6 maanden een aanvulling op zijn WW-uitkering tot 95% van het laatstverdiende bruto salaris met als maximum het SV-loon gedurende de periode in onderstaande tabel.

Voor wie Aanvulling tot % laatstverdiend bruto salaris Duur aanvulling(minimaal 6 maanden)

Journalist

95% van het laatst verdiende bruto salaris

De eerste 6 maanden

Aansluitend is de aanvulling op de WW-uitkering* tot 80% van het laatstverdiende bruto salaris met als maximum het SV-loon gedurende de periode in onderstaande tabel.

Voor wie Aanvulling tot % laatstverdiend bruto salaris Duur aanvulling(minimaal 6 maanden)

Journalist die op de ontslag datum jonger dan 40 jaar oud en nog geen 10 jaar in dienst is

80% van het laatst verdiende bruto salaris

60% van de periode waarin recht op een WW-uitkering bestaat

Journalist die op de ontslag datum 40 jaar of ouder maar nog geen 50 jaar oud en nog geen 10 jaar in dienst is

80% van het laatst verdiende bruto salaris

80% van de periode waarin recht op een WW-uitkering bestaat

Journalist die op de ontslag datum tenminste 10 jaar in dienst of ouder dan 50 jaar is

80% van het laatst verdiende bruto salaris

De gehele periode waarin recht op een WW-uitkering bestaat

* WW-uitkering is de uitkering van het land waarop de werknemer aanspraak maakt en een duur heeft van minimaal 6 maanden.

De hierboven bedoelde aanvulling wordt, met in achtneming van het bepaalde in het besluit van 23 april 2015 , Stb. 2015, 171 (Besluit voorwaarden in mindering brengen kosten op transitievergoeding), met de Wettelijke Transitievergoeding verrekend.

Bruto salaris

2.

Voor de berekening van de aanvulling op de WW-uitkering wordt het laatstverdiend bruto salaris verhoogd met de collectieve salarisverhogingen van deze cao.

Artikel 13.14 Afspraken m.b.t. redactiecommissies Dagbladjournalisten

Voor journalisten die zijn ingedeeld in de functiegroep dagbladjournalisten zijn de afspraken over de redactiecommissies in dit artikel van toepassing in plaats van artikel 10.6.

Redactiecommissie Dagblad

De redactiecommissie overlegt met de directie en hoofdredactie over de toepassing en naleving van journalistieke cao-onderwerpen en arbeidsomstandigheden.

Journalisten van een uitgave kunnen ervoor kiezen per uitgave een redactiecommissie in te stellen. De redactiecommissie wordt als volgt samengesteld:

Journalisten in dienst* Max. aantal leden redactiecommissie*

1 t/m 9

Redactievertegenwoordig(ing)/(-er)

10 t/m 49

3

50 t/m 99

5

100 t/m 149

7

150 of meer

9

* Inclusief leerling journalisten en beginnende journalisten en exclusief hoofdredacteuren.

2.

Journalisten* in dienstbetrekking of ten minste 18 maanden als uitzendkracht in de onderneming werkzaam en die lid zijn van de NVJ zijn kiesgerechtigd en verkiesbaar voor de redactiecommissie. De termijn van benoeming en de wijze van verkiezing van de redactiecommissie worden geregeld in het bij dit artikel behorende reglement voor de verkiezing van de redactiecommissies.

* Inclusief leerling journalisten en beginnende journalisten en exclusief hoofdredacteuren.

NB: Reglement voor de verkiezing van de redactiecommissies is opgenomen in Bijlage 6

3.

De redactiecommissie, directie en hoofdredactie voeren ten minste 2 maal per jaar overleg op vastgestelde tijdstippen en op verzoek van één van de partijen met opgaaf van de te bespreken onderwerpen.

Op verzoek van de redactiecommissie of redactievertegenwoordiger verstrekt de directie een schriftelijke accountantsverklaring met een opgave van het aantal in dienst zijnde journalisten* op basis van een arbeidsovereenkomst en gegevens waaruit blijkt dat de financiële verplichtingen uit de cao zijn nagekomen.

* Inclusief leerling journalisten en beginnende journalisten en exclusief hoofdredacteuren.

4.

De Wet op de Ondernemingsraden is met betrekking tot werkomstandigheden van niet journalisten van toepassing naast de bepalingen in dit artikel die specifiek gaan over de organisatie en werkwijze van de redactie(s) van de uitgave(n) en de werkomstandigheden van dagbladjournalisten.

5.

Directie, hoofdredactie en de vertegenwoordiging van journalisten zetten zich in voor een opbouwende samenwerking en het vinden van oplossingen die elkaars belangen dienen.

Faciliteiten redactiecommissies Dagblad

6.

De directie faciliteert de redactiecommissie met de beschikbare voorzieningen en vergoedt, na voorafgaande goedkeuring, de kosten om haar taken, in beginsel tijdens werktijd, naar behoren uit te kunnen voeren. De journalisten behouden aanspraak op salaris voor de tijd dat werkzaamheden worden verricht voor de redactiecommissies. Ditzelfde geldt ook voor werkzaamheden voor de NVJ-leden/-vakgroepen Uitgeverijbedrijf en de NVJ-onderhandelingsdelegatie voor deze cao.

Opgave aan de redactiecommissies

7.

De directie verstrekt jaarlijks en voor zover noodzakelijk voor het overleg de volgende informatie aan de redactiecommissies:

  1. aantal journalisten in dienst per redactie onderverdeeld (inclusief wijzigingen) naar:
    - mannen/vrouwen;
    - voltijd/deeltijd;
    - freelance/uitzendkracht;
  2. indeling in salarisschalen van journalisten per redactie;
  3. aantal vacatures per redactie per (ultimo) jaar, aantal sollicitanten, aantal indiensttredingen;
  4. aantal journalisten die ultimo jaar langdurig arbeidsongeschikt zijn;
  5. aantal journalisten die in het voorgaande jaar zijn ontslagen;
  6. aantal aanpassingen (verhoging en verlaging) van de arbeidsduur;
  7. mate van (structureel) overwerk en (voorgenomen) maatregelen om dit te beperken.