Cao-medewerkers en boven-cao-medewerkers
Sedert 1 februari 2019 geldt binnen de sector Uitgeverijbedrijf de regeling PAWW (private Aanvulling WW & WGA) die - kort gezegd - de gevolgen van het 3e WW-jaar repareert. Inmiddels wordt in het kader van de uitvoering van de regeling PAWW door Raet namens Stichting PAWW bij werkgevers periodiek om de opgave gevraagd van het aantal medewerkers dat onder de regeling PAWW valt met de bijbehorende loonsom.
Gebleken is dat er ondernemingen zijn die - wellicht onbewust - ook opgave doen voor werknemers die niet vallen onder de regeling PAWW. Dat betekent dat er in die gevallen bij medewerkers ten onrechte bijdrage PAWW wordt ingehouden en afgedragen. Om mogelijke onduidelijkheid tegen te gaan, wordt hierna ingegaan op de werkingsssfeer van de cao PAWW 4020.
Voor wie geldt de regeling PAWW? En voor wie niet?
De regeling PAWW geldt alleen voor werknemers die op wie de cao PAWW 4020 van toepassing is. Dat zijn in de sector uitgeverijbedrijf dezelfde werknemers op wie de CAO voor het Uitgeverijbedrijf rechtstreeks van toepassing is. Dat komt doordat de omschrijving van ‘de werknemer’ en ‘het uitgeverijbedrijf’ in beide cao’s gelijkluidend is. De cao PAWW 4020 hanteert dezelfde omschrijvingen als de cao-UB.
Op basis van artikel 2.1.3 van de cao-UB geldt de cao voor alle werknemers in dienst van de onderneming, met uitzondering van de zgn. boven-cao-werknemers, vakantiekrachten en oproepkrachten. Die zelfde uitzondering geldt dus ook voor de cao PAWW 4020.
Anders gezegd: de cao-UB en de cao PAWW 4020 (en de regeling PAWW) gelden dus niet voor boven-cao-werknemers cao-UB, vakantiekrachten en oproepkrachten.
Boven-cao-medewerkers
Boven-cao-medewerkers zijn volgens de cao-UB 'werknemers van wie de functie is ingedeeld in een hoger functieniveau dan de functieniveaus waarop het voor de betreffende functiegroep toepasselijke salarisgebouw in de cao betrekking heeft'. Het gaat dus om de indeling van de functie van de medewerker in het functiegebouw: is het betreffende functieniveau hoger dan de functieniveaus waarop het voor deze functiegroep toepasselijke salarisgebouw in de cao betrekking heeft? Let op: het gaat dus niet om de hoogte van het salaris van de individuele medewerker. Bij medewerkers in functies die binnen het cao-functiegebouw vallen (cao-medewerkers) kan in individuele gevallen het salaris best hoger zijn dan het salarisgebouw in de cao. Maar door de indeling van de functie blijft de cao op die medewerkers van toepassing.
Omdat de risico's rondom het 3e WW-jaar natuurlijk ook bestaan voor boven-cao-medewerkers in dienst van de onderneming, is voor boven-cao-medewerkers deelname aan de regeling PAWW eveneens van belang. Deelname aan de regeling PAWW is voor hen eveneens mogelijk, maar dat dient door de werkgever dan apart, per onderneming, worden geregeld. Zie hierna.
Hoe kan er ten onrechte premie worden ingehouden?
Dat is mogelijk doordat door uitvoerder Stichting PAWW uit efficiencyoverwegingen is besloten om bij de opgaven door de werkgevers van verzekerde medewerkers te volstaan met alleen de opgaven van loonsommen en werknemersaantallen. Er vindt geen administratie op naam plaats. SPAWW gaat er daarbij natuurlijk vanuit dat de werkgever uitsluitend opgave doet voor de medewerkers die onder de cao PAWW 4020 vallen en geen opgave ook voor andere medewerkers. De juiste opgave aan SPAWW van de verzekerde medewerkers is en blijft natuurlijk altijd de verantwoordelijkheid van de werkgever.
Het is voor de werkgever dus eenvoudig om alle medewerkers in dienst op te geven voor de verzekering bij SPAWW, gewoon door de totale loonsom en het totaal aantal medewerkers in dienst op te geven (en premie in te houden!). Maar die opgave betreft niet in alle gevallen uitsluitend medewerkers die onder de cao PAWW 4020 vallen. Voor veel kleinere ondernemingen zal dat in de praktijk geen verschil maken omdat er geen sprake is van boven-cao-medewerkers in dienst. Maar indien er wel boven-cao-medewerkers in dienst zijn, bestaat het risico dat bij hen ten onrechte wordt ingehouden en afgedragen. Immers: de verzekering PAWW geldt alleen voor de medewerkers in het uitgeverijbedrijf die rechtstreeks onder de omschrijvingen in de cao PAWW 4020 vallen.
Wat is het risico?
Wanneer bij SPAWW een claim wordt ingediend namens een werknemer in het kader van deze verzekering zal door SPAWW zal worden gecontroleerd of bij deze individuele werknemer aan alle voorwaarden is voldaan. Dan wordt het individuele dossier tegen het licht gehouden. Het risico is dat wanneer alsdan blijkt dat het gaat om een 'boven-cao-werknemer' er geen verzekering PAWW geldt, ook al is er wel premie ingehouden en afgedragen.
Hoe kan dat worden opgelost?
Indien de voorgaande situatie bij een onderneming speelt, zijn er twee mogelijkheden:
- òf de inhoudingen bij de boven-cao-medewerkers worden beëindigd zodat niet langer ten onrechte premie wordt ingehouden;
- òf de boven-cao-medewerkers worden door de werkgever eveneens onder de regeling PAWW gebracht. Dat laatste kan uitsluitend geschieden door wijziging van de cao PAWW 4020. Daarbij dient rekening te worden gehouden met een doorlooptijd van enkele maanden.
Voor wijziging van de werkingssfeer van de cao PAWW ten behoeve van boven-cao-medewerkers in dienst van de eigen onderneming dient de werkgever contact op te nemen met SPAWW (www.spaww.nl).
Wat houdt wijziging van de cao PAWW 4020 voor de eigen onderneming in?
Wijziging van de cao/uitbreiding van de werkingssfeer van de cao PAWW 4020 betekent concreet dat de onderneming wordt toegevoegd aan de lijst van individuele werkgevers in Bijlage 2 van de cao PAWW 4020 en dat de precieze omschrijving van de groep medewerkers binnen de onderneming die onder de regeling PAWW valt wordt opgenomen in Bijlage 3 van de cao PAWW 4020.
De cao PAWW 4020, met de Bijlagen 1, 2 en 3 is hier te vinden.