Werktijdvermindering Oudere Journalisten
Betreft CAO: CAO-UB Deel II - Journalistiek
Naast de algemene Regelingen Werktijdvermindering Oudere Werknemers in artikel 5.3 van de cao (Onderdeel A. 80/90/100-regeling en Onderdeel B. X/Y/Z-regeling) bestaan er in de functiegroepbepalingen DJ in Deel II Journalistiek nog twee specifieke Regelingen Werktijdvermindering oudere journalisten.
• de Regeling Werktijdvermindering oudere dagbladjournalisten (artikel 13.12 van de cao)
• de Overgangsregeling Werktijdvermindering oudere dagbladjournalisten (artikel 13.12.3 van de cao)
Van belang is om op te merken dat er geen samenloop mogelijk is van deze specifieke regelingen Werktijdvermindering oudere journalisten met de Regelingen Werktijdvermindering oudere werknemers in de basisbepalingen van de cao (artikel 5.3A en artikel 5.3B van de cao).
De regeling Werktijdvermindering oudere dagbladjournalisten (artikel 13.12 van de cao) is een op zichzelf staande regeling, die de reguliere Regelingen Werktijdvermindering van artikel 5.3 van de cao uitsluit.
De dagbladjournalist kiest dus òf voor één van de twee reguliere regelingen Werktijdvermindering in artikel 5.3 (Onderdeel A. 80-90-100-regeling of Onderdeel B. X/Y/Z-regeling) òf voor de bijzondere regeling Werktijdvermindering oudere journalisten in artikel 13.12 van de cao.
De Overgangsregeling Werktijdvermindering oudere dagbladjournalisten in artikel 13.12.3 geldt voor specifieke geboortejaren (1956 t/m 1960) en duurt maximaal vijf jaar. Indien de dagbladjournalist na afloop nog in dienst is, is de regeling van artikel 13.12 feitelijk verstreken. Omdat er dan geen sprake meer is van samenloop, staat op dat moment in principe dus de keuze open voor de alsdan beschikbare regelingen Werktijdvermindering oudere werknemers: nl. de keuze tussen de 80/90/100-regeling in artikel 5.3A of de X/Y/Z-regeling in artikel 5.3B