Wat regelt de cao?
De cao biedt een volledig pakket aan arbeidsvoorwaarden voor werknemers van ondernemingen in de uitgeverijsector, die "werkgever" zijn in de zin van de cao. Zodra in de individuele arbeidsverhouding aan de definities in de cao van werkgever en werknemer wordt voldaan, heeft u in beginsel met de cao te maken. Dat kan zijn op grond van het feit dat de werkgever een 'georganiseerde werkgever' is of op grond van het feit dat de cao algemeen verbindend is verklaard.
Wèl in de CAO geregeld
De onderwerpen die in de cao zijn geregeld, zijn de primaire arbeidsvoorwaarden, zoals arbeidsduur, functie-indeling, salariëring, toeslagen en vergoedingen, vakantieregelingen, arbeidsongeschiktheid, bepalingen omtrent ontslag, afvloeiingsregeling e.v.a.
In de CAO voor het Uitgeverijbedrijf zijn de arbeidsvoorwaarden verdeeld over zgn. basisbepalingen die voor elke werknemer gelden, en zgn. functiegroepbepalingen die boven op de basisbepalingen gelden, maar uitsluitend voor die werknemers die onder een specifieke functiegroep vallen. De cao kent momenteel zes functiegroepen (Hoofdstuk 11 t/m 16 van de cao).
Niet alles is in de CAO geregeld
In de cao is niet alles geregeld. In een individuele arbeidsovereenkomst kan veel méér worden overeengekomen dan wat door de cao wordt geregeld. Het staat een werkgever en een werknemer daarom altijd vrij om desgewenst zelf aanvullende afspraken te maken in de arbeidsovereenkomst.
Aanvullingen mogelijk in de individuele arbeidsovereenkomst
Voorbeelden van onderwerpen die niet in de cao zijn geregeld, maar die wèl in de individuele arbeidsovereenkomst kunnen worden overeengekomen, zijn o.m.
- winstdelingsregelingen
- 13e maand
- auto van de zaak
- onkostenregelingen (telefoonkostenvergoeding, reiskostenvergoeding e.a.). Voor de goede orde wordt erop gewezen dat er voor kostenvergoedingen fiscale mogelijkheden bestaan. Niet alles hoeft dus ook bij cao te worden geregeld.