Artikel 8.5 Pensioen
De werkgever is gehouden voor zijn werknemers een pensioenregeling te treffen die tenminste voldoet aan het hierna gestelde.
ALGEMENE BEPALINGEN
DB of CDC
1. De pensioenregeling betreft een middelloon regeling die zichzelf karakteriseert als een DB- (Defined Benefit) of een CDC-regeling (Collective Defined Contribution).
Vier pijlers
2. De middelloon pensioenregeling kent vier pijlers, te weten:
Beschikbare premie
a. Een beschikbare premie van 21,5% (inclusief de deelnemersbijdrage) van het totaal der pensioengrondslagen van de deelnemers in zijn bedrijf. De werkgever is .
Franchise
b. Een franchise die ten hoogste gelijk is aan € 16.159,- op peildatum 1 januari 2022; deze franchise wordt jaarlijks voor de franchise vaststelt.
Pensioengevend salaris
c. Een dat is gebaseerd op de loongebouwen, zoals opgenomen in de betreffende functiegroepbepalingen van de cao voor het Uitgeverijbedrijf met een maximum van € 81.185,- op peildatum 1 januari 2022. Dit maximum wordt geïndexeerd conform de . Wat tot het pensioengevend salaris conform de cao voor het Uitgeverijbedrijf wordt gerekend, is gebaseerd op de betreffende functiegroepbepalingen.
Premieverdeling
d. Een premieverdeling, gedefinieerd als de premie, waarbij de kosten voor 1/3 voor de werknemers en 2/3 voor de werkgever zijn.
Pensioenrichtleeftijd
e. De pensioenrichtleeftijd is 68 jaar.
Mogelijkheid tot afwijking van de verplichte beschikbare premie
3. Wanneer binnen de onderneming een overeengekomen pensioenregeling kan worden ingekocht die een opbouwpercentage kent van 1,75%, een franchise van conform lid 2 sub b van dit artikel en een nabestaandenpensioen van 70% op 100 procent spaarbasis tegen een lagere beschikbare premie dan 21,5%, is de onderneming niet gehouden aan een beschikbare premie van 21,5%. Bedrijven hebben een informatieplicht aan cao-partijen in het geval deze uitzondering zich in de onderneming voordoet.
4. Vervallen.
MAATWERK PENSIOENREGELING
Maatwerk binnen de onderneming mogelijk mits in totaliteit gelijkwaardig aan de cao-kaders onder 1. en 2.
5. Binnen de beschikbare premie en binnen de verder onder lid 1 en 2 genoemde kaders, kunnen werkgever en medezeggenschap conform de WOR via een instemmingsprocedure hun regeling aanpassen om zodoende mogelijk te maken, mits de regeling .
De keuze waar men de pensioenregeling inkoopt dan wel onderbrengt is ook een zaak die binnen de onderneming door werkgever en medezeggenschap wordt bepaald conform de regels in de WOR en de Pensioenwet.
Actuariële toetsing van de maatwerkregeling
6a. De Commissie Toezicht en Naleving / Raad van Uitvoering beoordeelt of de betreffende maatwerkregeling naar haar overtuiging voldoende gedragen wordt binnen de onderneming alsmede of de interne procedures bij de totstandkoming van de maatwerkregeling binnen de onderneming correct zijn doorlopen.
b. Binnen de onderneming overeengekomen maatwerk pensioenregelingen worden actuarieel getoetst op de vraag of de overeengekomen pensioenregeling in totaliteit minimaal gelijkwaardig is aan de pensioenregeling zoals beschreven in lid 1 en lid 2.
De Commissie Toezicht en Naleving / Raad van Uitvoering stelt vast welke actuaris deze toets namens partijen, op kosten van de verzoekende onderneming, uitvoert. De Commissie Toezicht en Naleving / Raad van Uitvoering ontvangt een afschrift van het rapport van de actuaris dat is uitgebracht aan de werkgever.
De Commissie Toezicht en Naleving / Raad van Uitvoering kan unaniem besluiten om de toetsing van de binnen de onderneming overeengekomen pensioenregeling door de actuaris achterwege te laten.
c. De dispensatieprocedure voor de Commissie Toezicht en Naleving / Raad van Uitvoering is beschreven in artikel 18.2 sub d. en volgende van de cao.
VAN DE CAO AFWIJKENDE PENSIOENREGELING
Afwijkende afspraken op ondernemingsniveau
- Overleg met medezeggenschap en vakorganisaties
7. Wanneer een werkgever met de medezeggenschap een pensioenregeling wil overeenkomen die afwijkt van het bepaalde in lid 1 t/m 6 van dit artikel, dient de onderneming een instemmingsaanvraag in bij de medezeggenschap onder gelijktijdige toezending van die instemmingsaanvraag naar de bij deze cao betrokken vakorganisaties. De werkgever treedt tijdig in overleg met de medezeggenschap en met de betrokken vakorganisaties over de voorgenomen afwijkende pensioenregeling. De besluitvorming over de nieuwe pensioenregeling vindt plaats binnen de onderneming met de medezeggenschap.
- Dispensatie van de cao-verplichting door de Commissie Toezicht en Naleving
8.a. Aan de werkgever dient door Commissie Toezicht en Naleving / Raad van Uitvoering dispensatie te zijn verleend van de verplichte toepassing van het bepaalde in lid 1 t/m 6 van dit artikel voordat de nieuwe (van de cao afwijkende) regeling als genoemd in lid 7 kan worden ingevoerd.
Beoordeling van het draagvlak en van de totstandkoming van de pensioenregeling
b. De Commissie Toezicht en Naleving / Raad van Uitvoering beoordeelt of de betreffende inhoudelijk van de cao afwijkende pensioenregeling naar haar overtuiging voldoende gedragen wordt binnen de onderneming alsmede of zowel de procedure van artikel 8.5 lid 7 als de interne procedures bij de totstandkoming van de pensioenregeling binnen de onderneming correct zijn doorlopen.
Beoordeling van de gelijkwaardigheid van de pensioenregeling
c. De Commissie Toezicht en Naleving / Raad van Uitvoering beoordeelt de gelijkwaardigheid van de overeengekomen pensioenregeling aan de hand van het gestelde in lid 1 t/m 6 van dit artikel.
Inschakeling van een deskundige
d. De Commissie Toezicht en Naleving / Raad van Uitvoering laat zich bij haar beoordeling bijstaan door een deskundige (bv. een actuaris), op kosten van de verzoekende onderneming.
De Commissie Toezicht en Naleving / Raad van Uitvoering kan unaniem besluiten om de toetsing van de binnen de onderneming overeengekomen pensioenregeling door een deskundige achterwege te laten.
Dispensatieprocedure
e. De dispensatieprocedure voor de Commissie Toezicht en Naleving / Raad van Uitvoering is beschreven in artikel 18.2 lid 2 sub d. en volgende van de cao.