Pensioenverplichting
Betreft CAO: CAO-UB Deel I - Algemeen, CAO-UB Deel II - Journalistiek
Pensioenverplichting
Voor de bij de Werkgeversvereniging Uitgeverijbedrijf (WU) aangesloten ondernemingen die “werkgever in de zin van de cao” zijn, geldt een pensioenverplichting voor al het personeel dat onder de cao valt. De verplichting voor de werkgever bestaat al sedert 1985. De minimum uitwerking van deze verplichting is neergelegd in artikel 8.5 van de cao.
De cao stelt een aantal randvoorwaarden en minimum eisen waaraan een binnen de onderneming af te spreken pensioenregeling dient te voldoen. Het staat de werkgever vrij om een eigen pensioenuitvoerder te kiezen.
De bedrijfstak Uitgeverijbedrijf kent geen bedrijfstakpensioenfonds.
Pensioenfonds PGB
Er wordt gewezen op de mogelijkheid gewezen om aan te sluiten bij de Grafimediaregeling van Pensioenfonds PGB. Voorts bestaat de mogelijkheid om een eigen pensioenregeling binnen de onderneming door Pensioenfonds PGB te laten uitvoeren.
Georganiseerde of ongeorganiseerde werkgever?
De algemene pensioenverplichting geldt uitsluitend indien de werkgever gehouden is de cao integraal toe te passen. Dat is het geval bij alle georganiseerde "werkgevers in de zin van de cao", ofwel: werkgevers die zijn aangesloten bij de Werkgeversvereniging Uitgeverijbedrijf en voldoen aan de criteria in de cao.
De pensioenbepaling geldt niet voor ongeorganiseerde werkgevers. Dat komt omdat de algemene pensioenverplichting in de cao door het Ministerie van SZW niet in de Algemeen verbindendverklaring van de cao wordt meegenomen. Ongeorganiseerde werkgevers in de zin van de cao zijn alleen gehouden de bepalingen van de cao na te leven die onder de AVV vallen. Voor een nadere uitleg over waaróm het Ministerie van SZW de pensioenbepalingen niet onder de AVV brengt, klik hier.