Toekenning van de waarde van een compensatiedag
Toekenning van de waarde van één verlofdag ter compensatie voor het vervallen van oude bijzonder verlofregelingen
Artikel 5.4 lid 2 kent de waarde van jaarlijks één extra verlofdag toe in het persoonlijk keuzebudget voor bijzondere situaties. Dat heeft de volgende achtergrond.
In de vroegere cao's (de cao's die als rechtsvoorganger van de cao-UB golden t/m 2014) waren meer situaties vermeld waarin verlof voor bijzondere situaties werd toegestaan dan thans het geval is in artikel 5.6 van de cao-UB. Veel van die andere situaties waarin recht bestond op bijzonder verlof (bv bij jubilea of verhuizing) zijn in de cao-UB vervallen.
Hoewel het bij bijzonder verlof altijd gaat om verlof dat slechts op incidentele basis kan worden genoten (nl. alleen wanneer de betreffende gebeurtenis die de cao noemt zich voordoet), is ter compensatie voor het vervallen van de extra aanspraken op bijzonder verlof in de vroegere cao's in de cao-UB structureel (!) één extra vakantiedag toegekend in geldwaarde en toegevoegd aan het persoonlijk keuzebudget (artikel 5.4 lid 2). Deze structurele extra vakantie/verlofdag, toegekend in geldwaarde, is wegens zijn herkomst wel aangeduid als 'lief-en-leeddag'. Belangrijk is om in te zien dat het hier gaat om een gewone, extra vakantiedag, die is afgesproken wegen het vervallen van een aantal aanspraken op bijzonder verlof uit de vorige cao's.
Doktersbezoek, verhuizing e.a.
Het is dus niet zo dat deze compensatiedag uitsluitend zou zijn bestemd voor bv. doktersbezoek, verhuizing e.a. Voor opname van verlof voor bijzondere situaties als verhuizing, doktersbezoek e.a. geldt de regeling in artikel 5.8 lid 3.