DIFFERENTIËRENDE FACTOREN |
| VERTROUWELIJKHEID Mate waarin functie te maken heeft met vertrouwelijke stukken. | INTERACTIE/OVERZICHT Mate waarin functie in interactie staat met externe omgeving. Mate waarin hebben van overzicht van belang is. Mate waarin stellen van prioriteiten een rol speelt. | ZELFSTANDIGHEID Mate waarin functie zelfstandig zaken afhandelt, tot actie overgaat. | ORGANISATIEGRAAD Scope van organisatorische en logistieke zaken die geregeld moeten worden. Breedte en aard van contacten. |
SECRETARESSE | Heeft wel eens te maken met stukken van vertrouwelijke aard. | Is vooral intern gericht. Heeft overzicht van activiteiten in de afdeling i.v.m. de planning van werkzaamheden. Biedt tevens ondersteuning bij projecten. | Neemt door afwezigheid van manager soms zelf initiatieven voor afhandeling van zaken geven van info, etc. Handelt routinematig zaken zelfstandig af, en minder routinezaken met aanwijzingen. | De organisatorisch- logistieke kant binnen de functie is beperkt. |
DIRECTIESECRETARESSE | Heeft steeds te maken met stukken van (zeer) vertrouwelijke aard. Discretie en integriteit zijn in de functie van groot belang. | Is dikwijls in interactie met externe omgeving waarbij een representatieve rol wordt vervuld. Dient overzicht te hebben, te kunnen meedenken met directie en prioriteiten te kunnen stellen. | Neemt vaak zelf initiatieven m.b.t. het afhandelen van zaken, opvragen van info, etc. Anticiperen is van groot belang. Handelt routinematige zaken geheel zelfstandig af. Minder routinematige zaken worden met summiere aanwijzingen afgehandeld. | Heeft contacten met verschillende disciplines en hiërarchische niveaus; contacten kunnen een internationaal karakter hebben. |